Oude
geschriften en lettertekens, vervallen delen van Oosterse steden, verlaten
landschappen, vooroorlogse films en filmdiva’s van weleer behoren tot zijn
inspiratiebronnen. Henri
Plaat (1936) is een veelzijdig
kunstenaar. Hij put zich uit in variaties op zijn onveranderlijk thema, het
verleden. Zijn hele oeuvre is buitengewoon omvangrijk en telt tot nu toe meer
dan 3000 werken op papier (gouaches, tekeningen, collages, litho’s en etsen),
een klein aantal olieverfschilderijen, zo’n veertig films, ettelijke
geluidscollages, cartoons, teksten en reeksen foto’s.
Henri
Plaat werd in Amsterdam geboren als tweede en jongste zoon van een zakenman en
groeide op in de buurt achter het Concertgebouw. Hij verliet vanwege verzuim van
de catechisatielessen in 1952 voortijdig zijn middelbare school, het
Gereformeerd Gymnasium aan de Keizersgracht. Uit testen bleek dat de
Kunstnijverheidschool, afdeling Typologie het beste bij hem zou passen.
Uiteindelijk zou hij deze richting toch te beperkt vinden en begon hij daarnaast
ook met tekenen. Al van kinds af aan droomde Plaat ervan om archeoloog te
worden, een passie die hij samen met zijn moeder deelde. Hij was gefascineerd
door de hiërogliefen van het oude Egypte en de oude geschriften van de Maya
cultuur. Zijn jongensdroom was om ook een eigen geheimschrift te ontwikkelen,
die honderden jaren later door geleerden bij opgravingen zou worden
teruggevonden. De kansen op een universitaire studie Archeologie waren door zijn
vertrek van het gymnasium verkeken. Toch zou zijn fascinatie voor het verleden
een belangrijk bestanddeel van zijn beeldend oeuvre blijven.
Na
zijn studie aan de Kunstnijverheidschool was hij eerst korte tijd op zijn
vakterrein werkzaam, de grafische vormgeving. In 1963 besloot hij om zijn leven
volledig te wijden aan de beeldende kunst. Daarvoor maakte hij al
geluidscollages onder het pseudoniem Henri Schweben. Later zou hij deze naam ook
voor enkele van zijn korte films gebruiken. Evenals veel van zijn films hadden
zijn geluidscollages vaak de Tweede Wereldoorlog tot onderwerp. Zijn fascinatie
voor dit thema ontstond onder meer door het zien van oorlogsjournaals in het
filmmuseum in het jaar dat hij het gymnasium verliet. Juist de tragiek van de
oorlog wil hij in het absurde trekken, want ‘tragische situaties hebben
onvermijdelijk absurdistische kanten’. Hij imiteerde zelf de stemmen. De
teksten liet hij in zichzelf ‘opborrelen’. Evenals in zijn films schreef hij
van tevoren nooit de teksten uit. “Ik heb alleen een vaag idee over de sfeer
die ik wil verbeelden.” In zijn films waarvan de eerste in 1968 onder de titel
‘Hitler Stay Away’ verscheen, is nooit s
In
1963 begon hij gouaches te maken. Om zijn verf te mengen gebruikte hij een
kapotte 78 toeren plaat. Driehoeken en nevelige kleurflarden domineerden zijn
abstracte, vaak voor aquarellen aangeziene gouaches, waarvan ‘Dorp in de
bergen’ de eerste was. Eind jaren zestig duiken de eerste tekens in zijn
gouaches op. Ze vloeien automatisch en in hoog tempo uit zijn pen. Het zijn
patronen in lange reeksen achter elkaar of opeen gestapeld, die door hun vorm
– een soort mens- en dierfiguren - nog het beste te vergelijken zijn met de hiërogliefen.
Hiermee had Plaat dan toch zijn jongensdroom (het maken van een eigen
geheimschrift) verwezenlijkt.
Zijn
verlangen gaat uit naar plekken op de aarde, waar de tijd overheen is gegaan.
Plaat reisde de halve wereld af en doorkruiste onder meer zijn geliefde Egypte,
Marokko, India, de Arabische Unie, maar ook landen zoals IJsland en het
voormalige Joegoslavië. Verre reizen maakt hij nu niet meer. Wel is hij
jaarlijks een aantal weken in Griekenland te vinden. “Ik schilder mijn
herinneringen aan het landschap. Ik
Tekst:
Corien van Eyck van Heslinga