POEZIEPRIJS ALMERE 2006

DE UITSLAG VAN DE JAARLIJKSE WEDSTRIJD

 Almere Poëzieprijs 2006           


Dit jaar mochten de aspirant dichters aan de ABN AMRO Almere Poëzieprijs 2006 hun poëtische gedachten op papier zetten die geïnspireerd waren op het thema “Anders” . Gezien het aantal inzendingen een thema waar men wel raad mee wist. 108 inzendingen van volwassenen kregen wij binnen en zo’n 65 gedichten van jongeren. Opvallend was dit jaar was de originele manier waarop het thema uitgewerkt werd. Ook dit jaar heeft de Almere Poëzieprijs buiten de grenzen van de provincie Flevoland zijn weg gevonden. Waren we al verrast door inzendingen uit Lelystad en Dronten, het bleek nog verder weg te kunnen met inzendingen uit Kessel, Sliedrecht, Schiedam, Zwolle en zelfs onze inzendster uit Wichelen (bij Gent in België) was er dit jaar weer bij.

Het beoordelen van de ingezonden gedichten was een pittige klus voor de jury, bestaande uit Marjolein Overdijk (hoofd afdeling Literatuur, beeldende kunst, dans en theater bij het CKV), Nick Teunissen (namens de Bibliotheek Almere/Tumult), Frouke Hansum en Janneke Gorter (met digitale input namens de vereniging Aldichter), en Thom Ummels (dichter en voorzitter van de jury).  

Bij de jurering van de gedichten werd een aantal, van tevoren afgesproken, criteria gebruikt om tot een eerlijke beoordeling te komen:

-         gebruik van het thema

-         de opbouw van het gedicht

-         de functionaliteit van de vorm en het ritme

-         het taalgebruik

-         originaliteit

-         gebruik van beeldspraak

-         zinsbouw  

Na het toepassen van deze criteria op de ingezonden gedichten nomineerde de jury de, in hun ogen, beste 10 gedichten per leeftijdscategorie. Deze gedichten werden op donderdag 12 januari gepubliceerd in de Almere Vandaag. Zodoende werd de Almeerse bevolking de mogelijkheid geboden tot het uitbrengen van hun voorkeurstem voor de, door de vereniging Aldichter ter beschikking gestelde, Publieksprijs. Van deze mogelijkheid werd gretig gebruik gemaakt. In totaal ontvingen we 477 e-mails en 66 opgestuurde voorkeurstemmen in beide categorieën. Intussen had de officiële jury ook zijn definitieve keuze bepaald. Een niet gemakkelijke keuze omdat dit jaar de inzendingen dit jaar dicht bij elkaar zaten. Over de definitieve plaatsbepaling is dan ook intensief beraadslaagd en gediscussieerd. Tot slot is ook dit jaar is weer gebleken dat de behoefte om jezelf te uiten via het schrijven van gedichten duidelijk aanwezig is en wij hopen, als initiatiefgroep, dat wij in de toekomst een vervolg aan deze poëzieprijs kunnen blijven geven.  

Almere, 26 januari 2006

Namens de initiatiefgroep ABN AMRO Almere Poëzieprijs 2006

Relinde Kristel, Bibliotheek Almere, r.kristel@bibliotheekalmere.nl


1e prijs categorie volwassenen  

Het zingen anders  van Rita van Hauwermeiren  

Dit gedicht is een zeer indringend en op hoog niveau geschreven gedicht. Veel emotie, mooi klankgebruik. Mooi beeldend taalgebruik. Een gedicht dat je een paar keer moet lezen voor alles duidelijk is. Het gedicht is rijk van inhoud en taal.  Het gestileerde taalgebruik, alsmede de authentieke invalshoek markeren deze inzending. De lezer wordt aangegrepen, ziet beelden, leest en herleest de tekst. Het gaat over het contrast tussen buiten- en binnenwereld, tussen geweld en hoop. Een universeel thema. In de taal van de muziek wordt de kracht van geweld verbeeld, het geweld van het concentratiekamp. De dichter schrijft prachtige zinnen met mooie klanken: in het cursief gedrukte deel zit veel assonantie en binnenrijm en een dwingend ritme. Ook over de vormgeving is nagedacht. Het thema Anders is er duidelijk in verwerkt, maar komt impliciet aan bod. Dit gedicht springt met kop en schouders boven de andere gedichten uit: origineel ontwerp, uitstekende taalbeheersing, prachtig ritme en mooie uitwerking van het thema. Een hoogstaande winnaar!

 

Het zingen anders (kamp Westerbork 1944)  door Rita van Hauwermeiren  

                                               Hij blaast de fuga van de hoge toren

                                               Tot honderd maal honderd teistert hij

                                               de altviolen.

                                               Hij breekt het hout met koper en fagot.

                                               Mijn bonzend hart slaat hij verrot.  

                                               Hij schreeuwt crescendo deelt donderende

                                               mokerslagen. Dissonant word ik nu aan-

                                               gestampt in de trein naar niemandsland. 

  Uit deze doffe dozen stijgt alleen een treurig tromgeroffel.

  In alle tonen van verdriet klinkt hier een klagend lied.  

  En als er toch een stem klinkt die wat vragen wou:

  is dit de trein naar Sobibor of stopt hij eerst in Birkenau?

  Dat hoort geen mens. Zelfs god kan daar niet bij.  

                                               Hij heeft me àlles, àlles afgepakt

                                               Mijn witte sokken en mijn jak

                                               Hij zuigt het zonlicht uit mijn blik

                                               Legt op mijn tong een taal van slijk.  

 

  Maar binnenin ben ik nu rijk want  

                          in mijn hoofd dit contrapunt: ik woon in kamers diep vanbinnen.

  Terwijl ik prevel en naar binnen fluit, zingt ochtendgloren in mijn huid.

  Wat hij ook doet met heel mijn buitenkant het maakt niets uit want  

  binnenin maak ik de klank.  


2e prijs categorie volwassenen  

Dubbelportret van Rim Sartori  

Dit tekst van dit gedicht is aandoenlijk en spreekt in beelden. Het is een ontroerend, mooi gedicht. Met weinig woorden worden twee portretten geschreven, een jonge en een oude vrouw. Een teer gedicht. De tegenstelling in de tijd is creatief als basis genomen. De opbouw is verzorgd en het woordgebruik subtiel. Mooi zinnen als “omademd met herinneringen” en “ik tover lachjes op je gezicht .  

Dubbelportret door Rim Sartori  

Tijd is iets anders  

Ik zie jou zitten

op het bankje

voor het raam.

Mijn koninklijke dame

van weleer.

Ik tover lachjes

op je gezicht.

 

 

Stralend streelt

strijklicht

je blonde lokken.  

 

Dan later

 

Elke dag sta ik even stil,

kijk naar jouw gegroefd gelaat,

volmaakt verzonken in rust.

Jij verkoos de stilte.  

 

Ik praat met jou,

omademd met herinneringen

verdrijf ik de eentonigheid



3e prijs categorie volwassenen  

Afbakken van Cees Noordhoek  

Dit gedicht kenmerkt zich door een gedurfde aanpak, treffende beeldspraak en het indringend blootleggen van intieme persoonlijke tegenstellingen. Het taalgebruik is eenvoudig maar daarom niet minder sterk. Het gedicht heeft een mooie opbouw, van een eenvoudige opsomming gaat het via een levendige beschrijving van wat had kunnen zijn naar de sombere slotsom. De dichter gebruikt een mooi beeld: de gefrustreerde mens als bakkerszoon die huivert voor de oven, die terugkijkt op het leven en beschrijft hoe het anders had kunnen zijn. De specifieks ingrediënten van het bakkersvak geven het gedicht hierdoor een bijzondere dimensie. Het gedicht bevat een aantal mooie regels “kervend in het rijzend deeg dat leven is” en “die wel weet wat bakken is – maar huivert voor de oven”.

 Afbakken door Cees Noordhoek

 Ik neem een boterham,

Wat ik al vijf en veertig jaar doe.

Ik smeer mijn brood met boter,

Wat ik al vier en veertig jaar doe.

En eet de gesmeerde boterham met hagelslag –

Wat ik al twee en veertig jaar doe.  

 

Zo ben ik geworden wat ik ben.

Maar wat ik had moeten, willen zijn

Ben ik niet. Ik had mijn woorden als

Sukade moeten strooien,

Meel en zout moeten mengen,

Mijn beelden moeten kneden,

Gist en water moeten toevoegen,

Gedichten had ik moeten kerven

In het rijzend deeg dat leven is.  

 

Ik moest en durfde niet.

Ik blijf de bakkerszoon, die wel weet

Wat bakken is - maar huivert

Voor de oven. En zijn broodblikken

Ziet staan, zwart, alle gevuld met onbeschreven deeg,

Voortijdig opgebaarde dromen.

 

 


 3e prijs categorie jongeren  

Hollywood van Rebecca van de Kar  

In dit gedicht is gekozen voor een creatieve invulling van het thema. Het consequent volgehouden metrum past goed bij het gedicht. De gevarieerde woordkeuze spreekt aan. Er wordt op een originele manier met het thema omgegaan. De glamour en roem van de ‘filmscene’ worden gerelativeerd. De uiterlijke schijn als manier om je te onderscheiden, terwijl je dan niet jezelf bent. De buitenkant die anders is dan de binnenkant. Een gedicht met een wijze boodschap en goed voor de 3e prijs!  

Hollywood door Rebecca van de Kar  

Met goud omhulde tranen

mooi zijn dat doet pijn,

mensen zonder namen

een wereld vol met schijn.

 

Zilveren gelaten

glimmend van de poets,

je bent niet wie je echt bent

hier is geen plaats voor roots.

 

Een zijn in de massa

behalve op het witte doek,

maar dat ben jij niet zelf

slechts een plaatje uit een boek.

 

Je eindigt als een wassen beeld,

een poster aan de muur.

Was dit het waard, jouw offer,

was de prijs jou niet te duur?

 

Beter een echte zwerver,

dan een verklede ster.

Ga op zoek naar wie je echt bent

je ware ik is nooit te ver.

 

Dan pas zal je echt gaan stralen,

dan, wanneer je ’t onderkent:

‘Ik ben anders dan de kudde’

zul je zijn wie je werkelijk bent.

 


 

2e prijs categorie jongeren  

Vrijheid van Lorena van Gestel  

Dit gedicht wordt gekenmerkt door een compacte en directe tekst. Het ritme brengt in staccato de tekst over aan de lezer. De dichter speelt met tegenstellingen en blijft authentiek: alleen iemand die goed kijkt (aandacht heeft) ziet dat iemand anders is. De jonge leeftijd van de inzendster geeft haar gedicht nog een extra glans.

VrijheidLorena van Gestel  

Jij bent anders

Jij zoekt vrijheid

Jij wilt anders zijn

Iedereen ziet jou hetzelfde

behalve ik

 

Ik zie dat jij anders bent

Ik zie dat jij vrijheid zoekt

Ik zie dat jij anders wilt zijn

Niemand ziet mij anders

behalve jij

 


1e prijs categorie jongeren  

Oma van Babette Zijlstra  

Een aandoenlijk gedicht, dat stemt tot nadenken. Het is mooi verhalend en eenvoudig en fris van taal. Er wordt een ontroerend beeld neergezet. Het thema is op een zeer originele en pakkende manier uitgewerkt en ingevuld. Het gedicht legt een duidelijke relatie tussen de laatste levensfase en het waarnemingsvermogen van de jongere generatie. Het is mooi door het beeld dat het oproept van de herkauwende oma, het gemis van iets dat toen het er was eigenlijk raar was. Mooi dat zowel de eerste als de laatste strofe spreekt over de ster voor het raam. Dit maakt het tot een rond geheel. De jury werd unaniem aangesproken door de tekst en gevoelsoverdracht van dit gedicht. Een onomstreden nummer één!

Oma door Babette Zijlstra  

De sterren in het tapijt

Lijken op de sterren

Die wij altijd met kerst

Voor het raam hebben hangen

 

Kerst met zonder oma

heel raar was dat

Terwijl het met haar

Ook nogal vreemd was

 

“Mag ik naar mijn kamer?”

vroeg ze dan

terwijl wij in een

restaurant zaten

en zij dacht

dat het een hotel was

 

En ze herkauwde

Al haar eten en

Legde het dan weer

Terug op haar bord

Net als een koe

Die herkauwt

 

Ook kocht ze gebreide kussens, babypoppen, Knuffels, koetje in de keuken,

bekers van Wimlex en Max, nog meer bekers van Wimlex en Max

Maar het kleedje moest blijven liggen

 

En de glazen kast

Met de bonbons

Ze was altijd zo bang

Dat wij erdoorheen gingen

Terwijl zij degene was

Die erdoorheen ging

 

Tegenwoordig is het kerst met zonder oma

Maar de ster

In het raam

Lijkt nog steeds

En zal altijd lijken

Op de ster

In het tapijt.