RAPPORT
ALMEERSE WOONWENSEN - WONINGMARKTONDERZOEK 2006
gepresenteerd door Prof. ir.Pieter Hooimeijer op 15 maart 2007 in het Stadhuis Almere
drs. Lilian Bosten, dr. Hans Verhorst
DIMENSUS beleidsonderzoek - januari 2007 -
Projektnummer 235
Om het gemeentelijk woonbeleid en het woningbouwprogramma optimaal op de behoefte te kunnen afstemmen is medio 2006 een actueel woningmarktonderzoek uitgevoerd in de gemeente Almere. Het onderzoek dient onder andere als basis voor een nieuwe Woonvisie. In dit rapport zijn de belangrijkste resultaten van het onderzoek weergegeven. Een uitgebreid onderzoeksverslag is uitgebracht onder de naam: Achtergrondrapportage Woningmarktonderzoek 2006:
Het
woningmarktonderzoek dient twee doelen. Ten eerste gaat het om een actueel
inzicht in de stand van zaken op de woningmarkt: wie wonen er in Almere, hoe
wonen zij en hoe zouden zij willen wonen? Waar doen zich knelpunten voor op
woningmarkt? Op basis hiervan kan het gemeentelijk woonbeleid herijkt worden.
Het gaat hierbij om beleidsmatige keuzes ten aanzien van doelgroepen,
woonproducten en flankerende maatregelen. Ten tweede moeten op basis van het
onderzoek de toekomstige nieuwbouwopgaven en opgaven in de bestaande stad kunnen
worden bepaald, inclusief de effecten van verschillende groeiscenario’s op de
woningvoorraad. Welke woningvoorraad sluit het beste aan op de toekomstige
woningbehoefte, rekening houdend met demografische ontwikkelingen en de
groeidoelstellingen van de gemeente. De effecten van de groeiscenario’s op de
kwetsbaarheid van bepaalde woningtypen en bepaalde wijken worden gebruikt als
input voor het strategische voorraadbeleid van de corporaties en eveneens voor
de herijking van het gemeentelijke bouwprogramma en het beheer van de stad.
Bewonersenquête
Om de kwalitatieve en kwantitatieve vraag te kunnen bepalen is een enquête gehouden onder de inwoners van Almere. In de enquête zijn vragen opgenomen over de woonsituatie, tevredenheid over de woning en de woonomgeving en over woonwensen of -behoeften. De enquête is uitgezet onder circa 21.700 inwoners van de gemeente, waarbij is gelet op een goede verdeling over de wijken. Om uitspraken te kunnen doen over de starters op de woningmarkt is ook een steekproef getrokken onder inwonende kinderen van 18 jaar en ouder. Uiteindelijk hebben circa 7.900 mensen de enquête ingevuld, een respons van 36%.
De enquêteresultaten
zijn vervolgens gewogen naar wijk, geslacht, leeftijdsklasse, huishoudenstype,
etniciteit en eigendomsverhouding, teneinde betrouwbare uitspraken te kunnen
doen over de verschillende groepen. Een overzicht van de respons en de
weegprocedure is weergegeven in het uitgebreide rapport.
Woningmarktonderzoek
Almere 2006
Samenvatting
van de resultaten
De
gemeente Almere is onder voorwaarden bereid om tot 2030 60.000 woningen bij te
bouwen. Hiermee kan worden voldaan aan de wens van het rijk om Almere te laten
doorgroeien tot een stad van circa 400.000 inwoners, de zogenaamde
“schaalsprong”. Niet alleen de woningbouwopgave zelf vormt een uitdaging,
ook het zoeken naar een nieuw evenwicht tussen verstedelijking en bereikbaarheid
enerzijds en tussen wonen, werken, recreatie en voorzieningen anderzijds. Ook de
samenhang tussen de bestaande stad en de nieuwbouw vraagt om aandacht in het
beleid. Balans en differentiatie (in woningtypen en woonmilieus) zijn hierbij de
sleutelwoorden.
Om een
solide basis te kunnen leggen onder de toekomstige Woonvisie, waarin onder
andere de invulling van de bouwopgave wordt uitgewerkt, is medio 2006 een
woningmarktonderzoek gehouden. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de
gemeente en de drie woningcorporaties de Alliantie, GoedeStede en Ymere. Voor
dit onderzoek zijn door middel van een schriftelijke enquête gegevens verzameld
over circa 7.900 huishoudens en inwonende kinderen van 18 jaar of ouder (de
starters op de woningmarkt). Belangrijkste doel van het onderzoek was inzicht te
geven in de actuele stand van zaken op de Almeerse woningmarkt (wie wonen er,
hoe wonen zij, hoe wordt het wonen gewaardeerd, welke woonwensen hebben zij en
welke spanningen kenmerken de woningmarkt). Daarnaast moest het onderzoek
kwantitatieve en kwalitatieve richtlijnen opleveren voor de toekomstige
nieuwbouwopgave van de gemeente.
Wie
wonen er in Almere
Almere is
op dit moment de achtste stad van Nederland en telt circa 180.000 inwoners,
verdeeld over 70.000 huishoudens. De meeste bewoners wonen in Almere Stad (59%).
Verdeling
van de inwoners van Almere over de stadsdelen
Voor de komende jaren wordt met name uitbreiding voorzien in Almere Poort en Almere Hout. Door het karakter van een sterk groeiende stad wordt Almere gekenmerkt door een grote verhuisdynamiek, waarbij het zowel om verhuizingen binnen Almere gaat als om verhuisrelaties met vooral de regio Amsterdam, het Gooi en de rest van Flevoland.
In
vergelijking met Nederland heeft Almere een relatief jonge bevolking. Ook telt
Almere in verhouding meer gezinnen met kinderen en minder tweepersoons
huishoudens zonder kinderen.
Leeftijdsverdeling,
naar stadsdeel
Het
aandeel niet-westerse allochtonen is in Almere (26%) groter dan in Nederland als
geheel (10%).
Verdeling
naar etniciteit, naar stadsdeel
Almere
Stad en Almere Buiten laten wat betreft de bevolkingssamenstelling eenzelfde
beeld zien als Almere als geheel. Het plaatje van Almere Haven vertoont meer
overeenkomsten met het Nederlandse gemiddelde (wat meer ouderen, minder gezinnen
met kinderen en minder niet-westerse allochtonen). Vergelijkbaar met het
Nederlandse gemiddelde heeft ongeveer een derde van de inwoners van Almere een
hoger opleidingsniveau (hbo of wo). Almere Haven blijft op dit punt iets achter
bij Almere Stad en Almere Buiten.
De
huidige woningvoorraad
Almere
telt anno 2006 ruim 69.000 woningen. Ruim de helft (58%) van de woningen staat
in Almere Stad (circa 40.000), ruim een kwart (27%) in Almere Buiten (ruim
18.500), 14% in Almere Haven (ruim 9.500) en 1% in de overige wijken (ruim 500).
Bijna
tweederde van de woningen is een koopwoning (circa 43.775), ruim een derde valt
onder de huursector (25.375). Van de huurwoningen is circa 80% eigendom van één
van de Almeerse woningcorporaties (de Alliantie, GoedeStede en Ymere). In Almere
Haven is het aandeel huurwoningen hoger (bijna 50%). Van de corporatie-woningen
is ongeveer 70% goedkoper dan € 485,- per maand, circa 10% heeft een huurprijs
tot € 339,-.
Aantal
huur- en koopwoningen, naar stadsdeel
Meer dan
driekwart (77%) van de woningvoorraad bestaat uit eengezinswoningen, waarvan
rij- en hoekwoningen het leeuwendeel vormen (63%). Circa 46% van de hele
voorraad in Almere bestaat uit rij- en hoekwoningen in de koopsector. Ruim een
vijfde wordt gevormd door appartementen en flatwoningen. In verhouding staan de
meeste meergezinswoningen in Almere Haven (30%). Het merendeel van de
eengezinswoningen is particulier eigendom, de meeste meergezinswoningen zijn
huurwoningen. Bijna driekwart van de woningen heeft vier (39%) of vijf (37%)
kamers, een vijfde heeft drie kamers en bij de overige 4% gaat het om één-
en tweekamerwoningen.
Woningvoorraad,
naar woningtype
Wie
wonen in welke woningen
Als wordt gekeken welke bewoners in welke woningen zitten laat de bezetting van de woningen op hoofdlijnen een voor de hand liggend beeld zien. Zo wonen de meeste huishoudens met kinderen in eengezinswoningen (94% van de gezinnen met kinderen) en wonen alleenstaanden (56%) van de alleenstaanden) en paren zonder kinderen (23%) vaker in een meergezinswoning. Ook jongeren tot 35 jaar wonen vaker dan gemiddeld in een meergezinswoning (26% met of zonder lift) en ouderen vaker dan gemiddeld in een flatwoning met lift (23% van de 55-plussers). Dat neemt niet weg dat ook nog veel jongeren (72%) en ouderen (71%) in een eengezinswoning wonen.
Woningtype
naar leeftijdsgroep en huishoudenssamenstelling
Alleenstaanden (62%) en jongeren tot 35 jaar (28%) beschikken vaker over een kleinere woning (één, twee of drie kamers), paren zonder kinderen (43%) en 55-plussers (42%) wonen vaker in een driekamerwoning. Huishoudens met kinderen beschikken het vaakst over een grotere woning (39% vier kamers, 24% vijf kamers of meer).
Paren met
kinderen (82%) en in mindere mate ook paren zonder kinderen (62%) hebben vaker
dan gemiddeld een eigen woning, terwijl alleenstaanden (70% zowel jongeren als
ouderen) en eenoudergezinnen (66%) vaker dan gemiddeld een woning huren. Dat
neemt niet weg dat ook in deze huishoudens- en leeftijdsgroepen een groot deel
een eigen woning heeft. Mensen met een lager inkomen wonen vaker dan gemiddeld
in een huurwoning. Van de huishoudens met een inkomen tot € 1.200,- netto per
maand woont 85% in een huurwoning. Van de huishoudens met een inkomen tussen €
1.200,- en €
1.750,- netto per maand woont 55% in een huurwoning.
Woningeigendom,
naar leeftijdsgroep en huishoudenstype
Alleenstaanden en jongeren wonen vaker dan gemiddeld in het goedkoopste segment van de Almeerse woningmarkt, zowel wat huur- als koopwoningen betreft. Naarmate de prijs oploopt is het aandeel gezinnen met kinderen groter. Ook ouderen hebben in verhouding wat vaker een duurdere woning.
Huurprijscategorie, naar leeftijdsgroep en huishoudenstype
Verkoopwaarde, naar leeftijdsgroep en huishoudenstype
Naarmate de huur- of koopprijs van de woningen toeneemt, neemt ook het aandeel hogere inkomensgroepen toe. Ruim een derde van de huurders ontvangt een huurtoeslag.
Aandeel
huurders met huurtoeslag
Werklozen / werkzoekenden (70%), mensen met een lager inkomen (70% van de huishoudens met een inkomen tot € 1.200,- netto per maand), eenoudergezinnen (62%), studerenden (55%), arbeidsongeschikten (55%), alleenstaanden (50%), mensen met een lager opleidingsniveau (46%) en/of allochtonen (46%) hebben vaker dan gemiddeld een huurwoning, waarvoor zij huurtoeslag ontvangen.
Wanneer rekening wordt gehouden met de huurtoeslag die huishoudens ontvangen zien de woonlasten er als volgt uit:
Huurprijscategorie
naar inkomensgroep
Ruim de helft van de huishoudens met een inkomen tot € 1.200,- betalen dan een huurprijs tot en met € 339,- en een derde betaalt een huurprijs van € 339,- tot € 485,-. Toch betaalt 9% van de huishoudens nog een huurprijs van € 485,- of meer.
Van de
huishoudens met een inkomen van € 3.050,- of meer betaalt net iets meer dan
40% een huurprijs van € 615.- of meer. Er zijn nauwelijks huishoudens met een
dergelijk inkomen die in een huurwoning tot en met € 339,- wonen. Een vijfde
van deze huishoudens woont echter in een huurwoning tussen € 339,- en €
485,-.
Doelgroep
van beleid
Alle
huishoudens met een netto maandinkomen beneden de € 1.200,- worden gerekend
tot de doelgroep van beleid. In Almere gaat het volgens deze definitie om circa
11.000 huishoudens, ofwel 18% van alle huishoudens. Ruim een derde van de
doelgroep van beleid valt in de leeftijdscategorie tot 35 jaar (36%) en een iets
groter aandeel in de categorie van 35 tot 55 jaar (38%). Een kwart van hen is 55
jaar of ouder (26%). Veel van deze huishoudens zijn alleenstaand (41%) of een
eenoudergezin (18%) en de meeste van hen wonen in een relatief kleine en
relatief goedkope (huur)woning. Van de doelgroep van beleid die in een
huurwoning woont, betaalt 20% een huurprijs van € 485,- of meer. In theorie
telt Almere voldoende (sociale huur)woningen om de doelgroep van beleid te
huisvesten. Zo bedraagt de kernvoorraad sociale huurwoningen14.750 woningen.
Ruim een vijfde van deze woningen wordt bewoond door huishoudens met een inkomen
van € 1.750,- of meer.
Dit komt neer op ruim 3.250 woningen. Van deze huishoudens is ruim 60%
verhuisgeneigd, wat bovengemiddeld is (45% gemiddeld). Een deel van hen (9%)
geeft echter aan dat men wel wil verhuizen maar dat men geen geschikte
woonruimte kan vinden. Dit aandeel is groter dan gemiddeld (6%).
Waar
wonen de starters, doorstromers en vestigers?
Almere
is een gemeente die in verhouding veel mensen van buiten aantrekt. Circa de
helft (51%) van de huishoudens die vijf jaar of minder in de huidige woning
wonen, is afkomstig van
Vestigers
Amsterdam
is een belangrijk donorgebied voor Almere. Ruim een derde van alle vestigers
(37%) is afkomstig uit deze gemeente. Daarnaast trekt Almere vestigers aan uit
overig Noord-Holland (11%) en Het Gooi (10%) en ook is een redelijk groot
aandeel van huishoudens die in Almere zijn neergestreken afkomstig uit het
buitenland (9%).
Vestigers,
starters en doorstromers naar huishoudenstype en leeftijdsgroep
|
vestiger % |
doorstromer % |
starter % |
alleenstaand
tot 35 jaar |
6 |
7 |
33 |
alleenstaand
van 35 tot 55 jaar |
5 |
8 |
2 |
alleenstaand
van 55 jaar en ouder |
3 |
4 |
0 |
gezin
zonder kinderen tot 35 jaar |
19 |
12 |
33 |
gezin
zonder kinderen van 35 tot 55 jaar |
8 |
7 |
1 |
gezin
zonder kinderen van 55 jaar en ouder |
6 |
7 |
0 |
gezin
met kinderen tot 35 jaar |
19 |
14 |
6 |
gezin
met kinderen van 35 jaar en ouder |
20 |
29 |
1 |
eenoudergezin |
7 |
7 |
5 |
anders |
7 |
5 |
19 |
Vestigers
zijn over het algemeen wat jonger dan gemiddeld (circa de helft 35 jaar of
jonger) en zijn iets vaker dan gemiddeld van allochtone afkomst (circa de
helft), waaronder meer Surinamers, Antillianen en Turken. Vestigers zijn iets
vaker dan gemiddeld gaan wonen in Almere Buiten. Ruim de helft van de vestigers
(circa 60%) heeft gekozen voor een koopwoning, met name een rij- of hoekwoning
(circa 45%). Qua prijsklasse gaat het vooral om woningen tussen € 150.000,- en
€ 200.000,- (circa 50%).
Huishoudens
die in Almere zijn doorgestroomd, zijn gemiddeld ouder dan de vestigers. Het
aandeel 55-plussers onder doorstromers is echter lager dan gemiddeld in Almere.
Bijna een derde van de doorstromers is een gezin met kinderen waarvan het hoofd
of de partner ouder is dan 35 jaar. Doorstromers zijn vaker dan starters gaan
wonen een koopwoning (circa 60%), met name in een rij- of hoekwoning (circa
40%). Vergeleken met vestigers hebben doorstromers vaker gekozen voor een
vrijstaande of geschakelde koopwoning (circa 15%). Ook zijn zij iets vaker dan
gemiddeld gaan wonen in een woning met vijf of meer kamers (ruim een derde).
Doorstromers hebben over het algemeen ook gekozen voor een duurdere woning. Ruim
een derde woont in een woning van
€
150.000,- tot € 200.000,-, eveneens ruim een derde in een woning tussen €
200.000,- en € 300.000,- en iets meer dan een vijfde in een nog duurdere
woning.
Vestigers,
doorstromers en starters, naar woningtype
Veel
doorstromers zijn vanuit de huur- naar de koopsector doorgestroomd. Eerst woonde
vrijwel de helft van deze huishoudens in een koopwoning, na verhuizing is dit
aandeel toegenomen tot bijna tweederde. Het aandeel huishoudens in de huursector
is gedaald van bijna de helft tot een derde. Er is veelal sprake van opwaartse
doorstroming. Zo is een deel van de bewoners doorgestroomd vanuit een rij- of
hoekwoning in de koopsector naar een vrijstaande woning (9% van alle
doorstroming).
Daarnaast
heeft vooral doorstroming vanuit een eengezinshuurwoning naar een rij- of
hoekwoning in de koopsector plaatsgevonden (7%). Ook heeft in verhouding veel
doorstroming plaatsgevonden naar een rij- of hoekwoning in de koopsector vanuit
een flat zonder lift (6%) en een flat met lift (5%).
Doorstroming
naar type woning en prijsklasse
Vorige woning Huidige woning |
vrijst/ gesch
koop |
rij-
of hoek koop |
flat
koop |
een-gez.
huur |
flat
met lift huur |
flat
zonder lift huur |
onzelf-standig |
totaal |
vrijst/gesch
koop |
3,7 |
9,4 |
0,3 |
1,2 |
0,2 |
0,2 |
0,0 |
15,2 |
rij-
of hoek koop |
1,3 |
20,1 |
1,1 |
7,4 |
5,2 |
5,9 |
0,0 |
41,0 |
flat
koop |
0,8 |
2,7 |
1,0 |
0,8 |
0,4 |
1,1 |
0,0 |
6,8 |
eengez.
huur |
0,9 |
3,5 |
0,0 |
5,0 |
2,3 |
4,0 |
0,0 |
15,7 |
flat
met lift huur |
0,4 |
2,2 |
0,0 |
4,0 |
1,7 |
1,3 |
0,2 |
9,8 |
flat
zonder lift huur |
0,8 |
1,0 |
0,0 |
2,3 |
1,1 |
3,9 |
1,0 |
10,1 |
onzelfstandig |
0,2 |
0,2 |
0,0 |
0,2 |
0,2 |
0,1 |
0,4 |
1,3 |
totaal |
8,1 |
39,1 |
2,4 |
20,9 |
11,1 |
16,5 |
1,6 |
|
Doorstroming
naar eigendom en prijsklasse
Vorige
woning Huidige woning |
goed-kope
huur |
middel-dure
huur |
dure
huur |
goed-kope
koop |
middel-dure
koop |
dure
koop |
totaal |
goedkope
huur |
9,2 |
5,1 |
0,2 |
1,3 |
2,5 |
1,7 |
20,0 |
middeldure
huur |
3,7 |
2,7 |
1,2 |
0,3 |
1,9 |
0,7 |
10,5 |
dure
huur |
0,4 |
0,4 |
0,4 |
0,1 |
1,2 |
0,5 |
3,0 |
goedkope
koop |
0,4 |
0,8 |
0,0 |
0,8 |
0,1 |
0,0 |
2,1 |
middeldure
koop |
7,0 |
9,8 |
2,3 |
1,7 |
13,7 |
1,7 |
36,2 |
dure
koop |
0,4 |
0,8 |
1,2 |
0,8 |
19,1 |
5,9 |
28,2 |
totaal |
21,1 |
19,6 |
5,3 |
5,0 |
38,5 |
10,5 |
|
Naar
woninggrootte is ook duidelijk sprake van een opwaartse doorstroming. Zo is een
belangrijk deel van de bewoners doorgestroomd van een vier- naar een
vijfkamerwoning of groter (15%) en van een driekamer naar een vierkamerwoning
(10%). Naar prijsklasse zijn bewoners vooral verhuisd van een middeldure (€
150.000,- tot € 250.000,-) naar een dure koopwoning (meer dan € 250.000,-)
(19% van alle doorstromers).
Doorstromers
zijn vooral verhuisd naar de wijken waar recent nieuwbouw is opgeleverd, zoals
Tussen de Vaarten-Zuid, de Eilandenbuurt, de Stripheldenbuurt en de
Noorderplassen.
Starters
Starters
die de afgelopen vier jaar zijn gestart op de woningmarkt in Almere zijn vaker
dan gemiddeld jonge alleenstaanden (ruim een derde) en jonge gezinnen zonder
kinderen (ruim een derde). Bijna de helft van hen woont in een huurflat zonder
lift. Starters betalen veelal een huurprijs tussen € 339,- en € 486,-.
Starters die een koopwoning hebben gekocht, hebben meestal niet meer dan €
200.000,- betaald.
Waardering
voor het wonen
Gemiddeld
rapportcijfer voor de woning, naar woningkenmerk
Over
de woningen in Almere zijn de bewoners over het algemeen zeer tevreden, gezien
het gemiddelde rapportcijfer van 7,6 die ze voor hun woning hebben gegeven. De
duurdere en grotere vrijstaande of geschakelde woning krijgen een ruime 8
gemiddeld.
De
laagste rapportcijfers worden gegeven voor woningen met één of twee kamers en
huurwoningen tot € 339,- (beiden een 6,4). De sfeer en de indeling scoren het
best, de omvang van de woning het slechtst, maar ook hierover is tweederde
tevreden. Eén op de zes bewoners is hierover minder te spreken. Dit zijn vooral
bewoners van een één- of tweekamerwoning, bewoners die een huurprijs tot €
339,- betalen en bewoners van een huurflat zonder lift.
Over
de woonomgeving zijn negen op de tien bewoners te spreken. De buurten waar
recent nieuwbouw is opgeleverd zoals de Sieradenbuurt en De Velden, scoren het
hoogst. Ook Almere Poort (Marina Muiderzand) en Almere Hout (Vogelhorst) scoren
hoog. Daarnaast scoren ook de Noorderplassen, De Gouwen, De Meenten, De Grienden
en de Verzetswijk bovengemiddeld. Het minst tevreden zijn de bewoners over de
woonomgeving in een aantal wijken in Almere Stad en Almere Buiten. Voor een
belangrijk deel zijn dit ook de wijken die door de gemeente als aandachtswijk
zijn aangemerkt zoals de Staatsliedenwijk, de Stedenwijk, de Bouwmeesterbuurt,
de Molenbuurt en de Eilandenbuurt. Alleen de Danswijk en de Kruidenwijk,
eveneens twee aandachtswijken, scoren qua waardering voor de woonomgeving
bovengemiddeld.
Waardering
van het wonen in de buurt
In
wijken die een negatievere beoordeling krijgen (zoals de Staatsliedenwijk,
Stedenwijk, Bouwmeesterbuurt, Molenbuurt en de centra van Almere Stad en Almere
Buiten) staan over het algemeen meer meergezinswoningen en wonen meer lager
opgeleiden, lagere inkomensgroepen en allochtonen. Het omgekeerde doet zich voor
in wijken die een bovengemiddelde waardering krijgen (zoals Vogelhorst, Marina
Muiderzand, de Sieradenbuurt, De Velden, Noorderplassen, De Gouw, De Meenten, De
Grienden en Verzetswijk).
Eén
op de vijf bewoners ervaart problemen in de wijk. In de wijken waar het
leefklimaat als zeer prettig wordt ervaren is dit aandeel beduidend lager (nog
geen 5%), in wijken die negatiever scoren dan gemiddeld is dit aandeel veel
hoger (circa een derde). In wijken die minder worden gewaardeerd, heeft men
vaker overlast van jongeren (circa de helft), van vandalisme (circa een derde)
en van drugsgebruikers en dealers (circa een kwart). Daarnaast is men negatiever
over het aanzien van de buurt (circa een kwart), de speelgelegenheid (ruim een
kwart) en over het surveilleren van de politie (ruim 40%).
Belangrijkste
problemen in de buurt, naar woongenot
Factoren
die een wijk sterk maken zijn een goede kwaliteit van de woning, rust, voldoende
groen en de ligging ten opzichte van het centrum. Een tekort aan voorzieningen
wordt vaker als zwak element van een wijk aangeduid. Het gaat daarbij met name
om winkelvoorzieningen, parkeervoorzieningen, speelgelegenheid voor kinderen en
culturele en horecavoorzieningen. Wijken die het vaakst als onprettig worden
ervaren (zoals de Staatsliedenwijk, Stedenwijk, Bouwmeesterbuurt, Molenbuurt en
de centra van Almere Stad en Almere Buiten) missen vooral rust in de wijk,
kennen volgens de bewoners een minder prettige bevolkingssamenstelling en ook de
kwaliteit van de woningen wordt minder gewaardeerd.
Bijna de helft van de huishoudens heeft aangegeven de komende twee jaar zeker of eventueel te willen verhuizen. Iets meer dan de helft van hen heeft ‘’serieuze’’ verhuisplannen. Dit zijn de mensen die hebben aangegeven dat ze zeker of misschien willen verhuizen en daarbij de termijn hebben aangegeven waarbinnen men verwacht te verhuizen.
Verhuisgeneigdheid
In het
centrum van Almere Stad en de Staatsliedenwijk is bijna tweederde van de
bewoners van plan te verhuizen. Andere buurten met een hogere verhuisgeneigdheid
zijn de Eilandenbuurt, de Oostvaardersbuurt, de Molenbuurt, de Seizoenenbuurt,
het centrum van Almere Buiten, Tussen de Vaarten Noord en de Bouwmeesterbuurt.
Van de huishoudens die willen verhuizen, wil 90% doorstromen naar een andere
woning, de overige bewoners wonen nog thuis en willen zelfstandig gaan wonen.
Verhuisredenen
De meeste
huishoudens die in Almere willen blijven wonen, verhuizen omdat men een grotere
woning wil (circa 40% van de huishoudens). Andere redenen die vaker zijn
genoemd, maar die een minder belangrijke rol spelen zijn ‘een betere kwaliteit
van de woning’, ‘wil een koopwoning’, ‘wil een (grotere) tuin’, ‘de
buurt gaat achteruit’ en ‘overlast in de buurt’. Elk van deze redenen is
door circa één op de zeven huishoudens die in Almere willen blijven wonen naar
voren gebracht.
Verhuismotieven,
naar stadsdeel
Het
achteruitgaan van de buurt en overlast zijn vaker genoemd door bewoners die in
de Stedenwijk, De Werven en de Kruidenwijk wonen. Huishoudens die Almere willen
verlaten geven vaker aan ‘weg te willen uit Almere’ (ruim een kwart) of te
verhuizen ‘vanwege werk en/of opleiding’ (een kwart), ‘bereikbaarheid’
(een kwart), ‘een grotere woning’ (ruim een vijfde) en dichterbij familie of
vrienden (bijna een vijfde). De bereikbaarheid speelt vooral een rol voor
huishoudens die naar Amsterdam willen verhuizen (bijna de helft).
Met name
starters die in Almere op zoek zijn naar woonruimte geven aan dat de te lange
wachtlijst voor een huurwoning de reden is, dat men nog niets heeft gevonden
(een kwart). Het zijn met name bewoners die op zoek zijn naar een goedkope
huurwoning (tot € 339,-). Wanneer men de gewenste woning niet kan vinden,
wijkt bijna de helft van de huishoudens uit naar een andere wijk, met name
starters.
Als de
belangrijkste verhuisredenen voor huishoudens die van plan zijn (binnen Almere)
te verhuizen worden vergeleken met de redenen waarom huishoudens die de
afgelopen jaren binnen Almere zijn verhuisd de huidige woning hebben betrokken
komen enkele nuanceverschillen naar voren. Zo lijken de verhuisgeneigden nog wat
meer dan voorheen de slag te willen maken naar een grotere of kwalitatief betere
woning in Almere. Daarnaast wordt door de verhuisgeneigden vaker aangegeven dat
men naar een gelijkvloerse woning wil verhuizen of om gezondheidsredenen gaat
verhuizen.
Het aandeel ouderen onder de verhuisgeneigenden is anderhalf keer zo groot als het aandeel ouderen onder de verhuisden. Een deel van de ouderen zal wellicht uit voorzorg een verhuiswens hebben opgegeven, maar de verwachting is dat een belangrijk deel pas zal gaan verhuizen als er lichamelijk een reden voor is.
Gewenste
locatie
Ruim de helft van de huishoudens die binnen twee jaar wil verhuizen, wil in Almere blijven wonen. Huishoudens met serieuze verhuisplannen, geven vaker de voorkeur aan Almere (tweederde). Huishoudens die Almere willen verlaten, noemen een groot aantal gemeenten en regio’s, waarnaar men wil verhuizen. Starters die weg willen uit Almere, hebben een grote voorkeur voor Amsterdam (circa één op de zeven starters).
Gewenste woongebied van Almeerders met verhuisplannen
Meest
en minst gewenste woonwijken in Almere
Binnen
Almere geniet de nieuwe wijk Almere Poort duidelijk de grootste belangstelling
(16%), vooral onder doorstromers. Andere wijken waar huishoudens vaker naartoe
willen zijn het centrum van Almere Stad (8%, vooral starters), Filmwijk,
Parkwijk, Literatuurwijk, Noorderplassen, de Stripheldenbuurt (5-6%) en Tussen
de Vaarten Zuid en Noord (3%).
De
belangrijkste reden, waarom huishoudens een voorkeur uitspreken voor een
bepaalde wijk, is het woningaanbod (circa 40% noemt dit als reden). Vervolgens
zijn rust (circa een vijfde), de nabijheid van winkelvoorzieningen (ruim15%),
een wijk met veel groen (15%) en een levendige sfeer (bijna 15%) vaker als
redenen naar voren gebracht.
Gewenste
woningen
Bewoners
die in Almere willen blijven wonen, hebben een zeer diverse vraag. Iets meer dan
één op de vijf huishouden wil een vrijstaande of geschakelde koopwoning, een
vijfde wil een rij- of hoekwoning in de koopsector, een vijfde een eengezins
huurwoning en een iets kleiner aandeel een huurflat met lift.
Gewenste
woningtype
Over het algemeen is men op zoek naar een grotere woning. Ruim een derde van de huishoudens wil een vierkamerwoning en een net iets kleiner aandeel wil een woning met vijf kamers of meer.
De voorkeur voor een koopwoning (circa 45%) is iets groter dan voor een huurwoning (bijna 40%). De overige huishoudens hebben geen voorkeur uitgesproken (15%). Bijna de helft van de huishoudens die willen gaan huren denkt aan een huurprijs tussen € 339,- en € 486,-, een kwart wil een huurprijs tussen € 486,- en € 520,- betalen. Eén op de zes huishoudens wil minder dan € 339,- betalen. De belangstelling voor dure huurwoningen van € 615,- en meer is vrijwel nihil. In de koopsector opteert bijna 40% voor een woning tussen € 150.000,- en € 200.000,-, bijna een kwart denkt aan een prijs van € 200.000,- tot € 250.000,-, een kwart wil meer betalen. Het animo voor koopwoningen van € 400.000,- en meer is echter zeer beperkt (net iets meer dan 5%).
Gewenste
prijsklasse, huur en koop
Bewoners
die in Almere willen blijven wonen, prefereren vaker een nieuwbouwwoning dan een
bestaande woning. Zo wil ruim een derde van de huishoudens een nieuwbouwwoning
en net iets meer dan een vijfde een bestaande woning. De overige huishoudens
hebben geen voorkeur uitgesproken. Een derde van de bewoners die een
nieuwbouwwoning willen, prefereert een woning vanaf tekening, met
variatiemogelijkheden. Een vijfde wil een kant-en-klaar woning vanaf tekening en
een tiende wil zelf een woning ontwerpen en (laten) bouwen op een eigen kavel.
Een derde heeft geen voorkeur aangegeven.
Gewenste
woning, naar bouwvorm
Naarmate
het inkomen toeneemt, willen bewoners meer eigen inbreng in de aard van de
nieuwbouwwoning. Zo geniet het zelf ontwerpen van een woning op een bouwkavel
vooral belangstelling van huishoudens met een inkomen van € 3.500,- of meer
(31%). Dit zijn ook vaker hoger opgeleiden.
Gewenst
woonmilieu
Bewoners die in Almere willen blijven wonen, hebben, vergeleken met huishoudens die Almere willen verlaten, meer belangstelling voor een ‘rustig stedelijk’ woonmilieu waarin vooral wordt gewoond in de nabijheid van het centrum. Ruim een derde van de huishoudens spreekt een dergelijk woonmilieu aan, zowel doorstromers als starters. Ook een wijk waar vooral wordt gewoond spreekt bijna een derde van de huishoudens die in Almere wil blijven wonen aan, vooral doorstromers. Andere woonmilieus die draagvlak hebben in Almere zijn woningen met een ruime kavel en veel ruimte tussen de woningen (ruim een vijfde), een woonmilieu dat vooral doorstromers aanspreekt, en een appartement in de buurt van een winkelcentrum in de wijk (net iets meer dan een vijfde), een woonmilieu dat vooral starters aantrekkelijk vinden.
Gewenst
woonmilieu
Behoefte
aan aangepaste woningen voor mensen met een lichamelijke functiebeperking
Als
huishoudens al behoefte hebben aan een specifieke woning, dan is het vooral een
nul-tredenwoning (12%). Ruim de helft van de 55-plussers die in Almere willen
blijven wonen, heeft deze wens uitgesproken. Daarnaast zoekt 2% een
rolstoelgeschikte woning.
Bijna één
op de tien huishoudens wil in de buurt van een zorginstelling wonen, maar wel in
een gewone woonwijk. De belangstelling voor het wonen in een woonzorgcomplex is
klein (2%). Van de 55-plussers die willen verhuizen, geeft één op de tien de
voorkeur aan het wonen in een woonzorgcomplex.
Woonvoorkeuren
55-plussers
De
meerderheid van de 55-plussers wil bovendien het liefst wonen in een gemengde
buurt waar ouderen, gezinnen en jongeren door elkaar wonen. Als men al
belangstelling heeft voor een buurt met alleen ouderen (ruim een kwart van de
55-plussers die in Almere willen blijven wonen) dan gaat de voorkeur vooral uit
naar een kleinschalige buurt voor ouderen (een vijfde).
Inzoomen
op de verschillende woningvragers
Van de
totale woningvraag vanuit Almere is bijna 90% afkomstig van doorstromers en iets
meer dan 10% van starters. Starters hebben over het algemeen een hardere
verhuiswens dan doorstromers. Zij geven vaker dan doorstromers aan beslist te
willen verhuizen (34% tegenover 25% van de doorstromers). Verschillende groepen
bewoners hebben verschillende woonwensen. Deze woonwensen zijn in het navolgende
samengevat.
Doorstromers
Ruim een
kwart van de doorstromers wil een vrijstaande of geschakelde koopwoning, een
vijfde wil een rij- of hoekwoning in de koopsector, eveneens een vijfde een
eengezins huurwoning en circa één zesde een huurflat met lift.
· Veel doorstromers die een vrijstaande of geschakelde koopwoning willen denken aan een bedrag tussen € 200.000,- en € 250.000,- (ruim een kwart), tussen € 250.000,- en € 300.000,- (circa een vijfde) of tussen € 300.000,- en € 400.000,- (bijna een vijfde). Tweederde van hen wil over een woning met vijf kamers of meer beschikken. De helft geeft de voorkeur aan een nieuwbouwwoning. De hieraan gekoppelde woonmilieus zijn vooral ‘ruim wonen’ (de helft), ‘rustig stedelijk‘ (ruim een kwart) en een ‘woonwijk’ (bijna een kwart).
· Doorstromers die naar een rij- of hoekwoning in de koopsector willen, denken vooral aan een koopprijs van € 150.000,- tot € 200.000,- (bijna tweederde) of aan een woning tussen € 200.000,- en € 250.000,- (bijna een kwart). De woning moet vier kamers (bijna de helft) of vijf kamers of meer tellen (ruim 40%). Ruim de helft geeft de voorkeur aan een nieuwbouwwoning. Het woonmilieu dat men verkiest is vooral een woonwijk (bijna de helft) en rustig stedelijk (ruim een derde).
· Doorstromers die een eengezins huurwoning willen, denken vooral aan een huurprijs tussen € 339,- en € 486,- (de helft), ruim een kwart wil een huurprijs tussen € 486,- en € 520,- betalen. Bijna de helft wil een vierkamerwoning, bijna een kwart wil een grotere woning en eveneens bijna een kwart drie kamers. Eén op de vijf huishoudens wil een nieuwbouwwoning. Qua woonmilieu gaat de voorkeur van de helft uit naar een woonwijk waar vooral wordt gewoond, de overige huishoudens denken vooral aan een rustig stedelijk woonmilieu (circa 40%).
· Doorstromers met een voorkeur voor een huurflat met lift denken vooral aan een woning van € 339,- tot € 486,- (ruim de helft), één op de zes wil een goedkopere huurflat. Ruim de helft van hen wil drie kamers, een kwart wil vier kamers en één op de tien geeft de voorkeur aan een één- of tweekamerwoning. Bijna één op de vijf geeft de voorkeur aan een nieuwbouwwoning. Het woonmilieu dat men prefereert bij dit type woningen is zowel wonen-winkels (bijna de helft) als rustig stedelijk (ruim 40%).
Als de
woonwensen van doorstromers worden vergeleken met de doorstroming die de laatste
jaren heeft plaatsgevonden dan zijn verhuisgeneigde doorstromers nu wat sterker
gericht op een vrijstaande of geschakelde koopwoning (ruim een kwart tegenover
circa 15% van de doorstromers die al zijn verhuisd) alsook op een eengezins
huurwoning (bijna een kwart, tegenover circa 15% van de doorstromers die zijn
verhuisd). Men is juist minder gericht op een rij- of hoekwoning in de
koopsector (bijna een kwart, tegenover circa 40% van de doorstromers die zijn
verhuisd) en op een huurflat zonder lift (circa 3%, tegenover
circa 10% van de doorstromers die zijn verhuisd).
Starters
Starters
op de woningmarkt in Almere zoeken vooral naar een huurflat met lift (bijna een
derde), een huurflat zonder lift (ruim een vijfde), een rij- of hoekwoning in de
koopsector ruim een vijfde) of een eengezins huurwoning (circa een zesde).
· Van de starters die een huurflat met lift willen, wil bijna de helft een huurprijs tussen € 339,- en € 486,- betalen, ruim een derde denkt aan een huurprijs tot € 339,-. Iets meer dan de helft van deze starters geeft de voorkeur aan een driekamerwoning, circa een derde vooral een kleinere woning. Eén op de vijf wenst een nieuwbouwwoning.
Het woonmilieu wonen-winkels heeft de grootste belangstelling (twee derde). Ook een grootstedelijk woonmilieu (een derde) en een rustig stedelijk woonmilieu (bijna 30%) spreekt starters die een huurflat met lift willen aan.
· Ruim de helft van de starters die een rij- of hoekwoning willen in de koopsector, denkt aan een koopprijs tussen € 150.000,- en € 200.000,-. Een derde van hen wil niet meer dan € 150.000,- betalen. Bijna de helft wil een vierkamerwoning (circa 45%), de overige starters denken vooral aan een driekamerwoning (ruim 40%). De voorkeur voor een nieuwbouwwoning is onder deze groep beduidend groter (ruim de helft). Het woonmilieu dat deze starters prefereren is vooral ‘rustig stedelijk’ (bijna de helft), een kwart wil een ‘woonwijk’, een ander kwart wil ‘wonen-winkels’.
· Veel starters (45%) die een huurflat zonder lift willen, willen maximaal € 339,- betalen. De overige willen een huurprijs tussen € 339,- en € 486,- betalen. In veel gevallen gaat de voorkeur uit naar een kleinere woning (iets meer dan de helft wil één of twee kamers, 45% wil drie kamers). Iets meer dan één op de tien starters geeft de voorkeur aan een nieuwbouwwoning. Qua woonmilieu denken ook deze starters vooral aan ‘wonen-winkels’ (twee derde), maar ook het ‘grootstedelijk’ woonmilieu geniet onder deze groep belangstelling (circa 40%).
·
Tweederde van de starters die een eengezins huurwoning willen,
heeft een huurprijs van € 339,- tot € 486,- in het hoofd. Bijna één op de
vijf wil meer betalen, tot maximaal € 520,-. Eén op de tien denkt aan een
goedkopere huurwoning (maximaal € 339,-). Het gewenste aantal kamers is zeer
divers. Zo wil bijna een derde over één of twee kamers beschikken, een kwart
over drie kamers en nog een kwart over vier kamers. Circa één op de tien wil
het liefst een nieuwbouwwoning en in een ‘rustig stedelijk’ (circa 40%),
‘grootstedelijk’ (bijna een derde) of ‘wonen-winkels’-woonmilieu.
De
gemeente Almere onderscheidt verschillende specifieke doelgroepen op de
woningmarkt, zoals de doelgroep van beleid (lagere inkomensgroepen), maar ook
55-plussers, hoger opgeleiden en grote gezinnen. Ongeveer een kwart van de
woningvragers behoort tot de doelgroep van beleid, evenwichtig verdeeld over
doorstromers en starters. Van de verhuisgeneigden is 16% 55-plusser. Bijna een
derde van de woningvragers heeft een HBO of universitaire opleiding. Dit aandeel
is onder doorstromers groter dan onder starters. De woningvraag van grote
gezinnen is beperkt (circa 3% van alle woningvragers).
Doelgroep
van beleid
De meeste
huishoudens in de doelgroep van beleid willen een eengezins huurwoning (bijna de
helft) of een huurflat met lift (ruim een kwart).
· Iets meer dan de helft van de doelgroep die een eengezinshuurwoning verkiest, wil een huurprijs tussen € 339,- en € 486,- betalen, een kwart tussen € 486,- en € 520,-. Bijna de helft denkt aan een vierkamerwoning, een kwart aan een grotere woning en een vijfde aan een drie kamerwoning. Ruim 20% geeft de voorkeur aan nieuwbouw. Een wijk waar vooral wordt gewoond geniet de grootste voorkeur (ruim de helft), gevolgd door een rustig stedelijk woonmilieu (ruim een derde).
· De doelgroep die een huurflat met lift prefereert, denkt vooral aan een huurprijs tussen € 339,- en € 486,- (circa 60%). Een derde wil niet meer dan € 339,- betalen.
De voorkeur gaat vooral uit naar een driekamerwoning (iets meer
dan de helft), ruim een vijfde wil vier kamers en bijna een vijfde één of twee
kamers. Eén op de zes wil graag een nieuwbouwwoning. ‘Wonen-winkels’ geniet
de grootste belangstelling (circa de helft), gevolgd door ‘rustig stedelijk’
(circa 40%). Ook een ‘grootstedelijk’ woonmilieu (ruim een vijfde) en een
‘woonwijk’ (een vijfde) kunnen op belangstelling van de doelgroep van beleid
die een huurflat met lift wil rekenen.
55-Plussers
De voorkeur van 55-plussers die in Almere willen blijven wonen, gaat vooral uit naar een huurflat met lift (ruim 40%). Daarnaast geniet een eengezins huurwoning nog enige belangstelling (circa één op de zes). Van de 55-plussers wil 17% een koopwoning. Een kwart van de 55-plussers heeft geen specifieke voorkeur uitgesproken. Ruim de helft van hen zoekt een nul-tredenwoning. Ruim een kwart wil dichtbij een zorginstelling, maar in een gewone woning wonen.
· De huurprijs die 55-plussers voor een huurflat met lift willen betalen, ligt voor bijna de helft tussen € 339,- en € 486,- en voor een vijfde tussen € 486,- en € 520,-. Twee derde wil over drie kamers beschikken en een vijfde over vier kamers. Ruim een vijfde wil een nieuwbouwwoning. Deze 55-plussers geven de voorkeur aan een ‘wonen-winkels’-woonmilieu (60%), circa 40% wil in een ‘rustig stedelijk’ woonmilieu wonen.
·
De helft van de 55-Plussers die een eengezins huurwoning willen,
denkt aan een huurprijs tussen € 339,- en € 486,-, een kwart wil tussen €
486,- en € 520,- betalen. De rest wil eerder meer dan minder betalen. De helft
wil in een eengezinswoning met drie kamers wonen, ruim een kwart denkt aan vier
kamers. Ruim een derde van hen geeft de voorkeur aan nieuwbouw. Het voorkeurs
woonmilieu is ‘rustig stedelijk’ (ruim een derde) of een ‘woonwijk’ waar
vooral wordt gewoond (ruim een derde).
Hoger
opgeleiden
De meeste
hoger opgeleiden die in Almere willen blijven wonen, willen een vrijstaande of
geschakelde koopwoning (circa 40%). Daarnaast heeft ruim een kwart een voorkeur
uitgesproken voor een rij- of hoekwoning in de koopsector.
· Hoger opgeleiden die in Almere willen gaan wonen in een vrijstaande of geschakelde koopwoning hebben verschillende prijsklassen in gedachten. Een vijfde wil tussen € 200.000,- en € 250.000,- betalen, een vijfde tussen € 250.000,- en € 300.000,-, een vijfde tussen € 300.000,- en € 350.000,- en ook een vijfde wil meer dan € 350.000,- betalen voor een vrijstaande of geschakelde koopwoning. Bijna drie kwart wil een woning met vijf kamers of meer. De overige een vierkamerwoning. Bijna de helft wil een nieuwbouwwoning. Ruim de helft van hen verkiest een woonmilieu dat als ‘ruim wonen’ is omschreven, ruim een kwart ‘rustig stedelijk’, een kwart een ‘woonwijk’ en eveneens een kwart een ‘recreatief woonmilieu’.
·
Ruim de helft van de hoger opgeleiden die een rij- of hoekwoning
in de koopsector willen, denken aan een koopprijs tussen € 150.000,- en €
200.000,-, een kwart geeft de voorkeur aan een woning tussen € 200.000,- en
€ 250.000,-. Ruim 40% wil graag over vier kamers beschikken, een derde over
vijf kamers of meer. Ruim 60% geeft de voorkeur aan een nieuwbouwwoning. Bijna
de helft geeft de voorkeur aan een ‘rustig stedelijk’ woonmilieu, iets meer
dan 40% wil een ‘woonwijk’ als woonmilieu.
Grote
gezinnen
Veel grote
gezinnen die in Almere willen blijven wonen, opteren voor een vrijstaande of
geschakelde woning in de koopsector of een eengezins huurwoning (beide ruim
25%).
· De grote gezinnen die een vrijstaande of geschakelde koopwoning willen, denken aan een prijs van € 200.000,- tot € 250.000,- (de helft) of € 250.000,- tot € 300.000,- (een kwart). De rest zelfs meer betalen. Iedereen denkt aan een woning met vijf kamers of meer. Ruim de helft wil een nieuwbouwwoning. Het gewenste woonmilieu is ‘ruim wonen’ (bijna de helft), ‘rustig stedelijk’ (circa 45%) of ‘recreatief’ (circa een derde).
·
De grote gezinnen die een eengezinshuurwoning willen, hebben een
huurprijs van €
486,- tot € 520,- in gedachten (twee derde). Circa 10% wil meer betalen, tot
maximaal € 615,-. Twee derde wil een woning met vijf kamers of meer. Ruim de
helft geeft de voorkeur aan nieuwbouw. Bijna de helft van hen wil in een
‘woonwijk’ wonen en een vrijwel even groot aandeel in een ‘rustig
stedelijk’ woonmilieu.
Vertrekkers
Veel
huishoudens die Almere willen verlaten, willen naar een grotere woning (circa
een kwart) of gaan verhuizen vanwege werk of een opleiding (bijna een kwart).
Ook bereikbaarheid speelt een rol (circa een vijfde). De vertrekkers geven
vooral de voorkeur aan een vrijstaande of geschakelde koopwoning (ruim een
derde) of ze hebben geen specifieke voorkeur. Bijna een vijfde opteert voor een
rij- of hoekwoning in de koopsector.
· Voor een vrijstaande of geschakelde koopwoning wil een derde tussen € 200.000,- en € 250.000,- betalen, een vijfde denkt aan € 250.000,- tot € 300.000,-, de rest wil veelal een hogere prijs betalen (circa een derde). Bijna 60% wil over vijf kamers of meer kunnen beschikken, een derde over vier kamers. Ook geeft een derde de voorkeur aan nieuwbouw. ‘Ruim wonen’ staat hoog in het vaandel. Ruim de helft geeft hieraan de voorkeur. De overige vertrekkers willen vooral landelijk wonen (ruim een derde).
·
De vertrekkers die een rij- of hoek koopwoning willen, geven de
voorkeur aan een koopprijs die ligt tussen € 200.000,- en € 250.000,- (ruim
40%) of tussen € 150.000,- en € 200.000,- (bijna 40%). Ruim 40% wil een
woning met vier kamers, bijna de helft geeft de voorkeur aan een woning met vijf
kamers of meer. Bijna 40% wil een nieuwbouwwoning. Een ‘rustig stedelijk’
woonmilieu is het meest in trek (ruim een derde), gevolgd door een
‘woonwijk’ (circa 30%) en ‘ruim wonen’ (ruim een kwart).
Vraag
en aanbod tegen elkaar afgezet
Op basis
van de enquêtegegevens kan de totale vraag naar woningen voor de komende twee
jaar worden ingeschat op bijna 26.500. Ruim de helft van deze vraag is afkomstig
van doorstromers (circa 13.500), een vijfde tot een zesde van starters (circa
4.600) en een derde van vestigers (circa 8.300). De vraag van doorstromers en
starters is bepaald aan de hand van de woonwensen, zoals die uit de enquête
naar voren zijn gekomen. De vraag van vestigers is berekend op basis van het
aandeel mensen dat de afgelopen vier jaar in Almere is komen wonen en de
woningen die zij hebben betrokken. Het aanbod aan woningen is bepaald door de
woningen die door verhuisgeneigde doorstromers worden achtergelaten. Voor de
komende twee jaar komt dit neer op circa 18.750 woningen. In kwantitatieve zin
is de vraag dus duidelijk groter dan het aanbod dat in de bestaande
woningvoorraad beschikbaar komt. Ook de nieuwbouw is niet voldoende om aan deze
vraag tegemoet te komen. De spanning op de woningmarkt zal de komende jaren dan
ook duidelijk blijven bestaan.
De
spanning op de woningmarkt is het grootst bij de flatwoningen met lift, rij- en
hoekwoningen en vrijstaande en geschakelde woningen. Ten aanzien van de grootte
van de woningen gaat het vooral om woningen met drie kamers of meer.
Het tekort aan koopwoningen (63% van het tekort) is duidelijk groter dan het tekort aan huurwoningen (37% van het tekort). In de koopsector gaat het vooral om woningen tussen € 150.000,- en € 200.000,- maar ook om woningen tussen € 200.000,- en € 250.000,- en woningen tot € 150.000,-. In de huursector gaat het vooral om huurwoningen van € 486,- tot € 520,-, maar ook om huurwoningen tot € 486,- per maand. Aan woningen van € 520,- of meer is geen tekort.
Verwachte
overschotten en tekorten op de woningmarkt in Almere
vraag
door-stromers |
vraag
starters |
vraag
vestigers |
totale
vraag |
totale
aanbod |
overschot
/ tekort |
|
Naar
woningtype: |
|
|
|
|
|
|
vrijstaande
woning |
1.993 |
178 |
415 |
2.586 |
858 |
-1.728 |
2-onder-1-kap
/ geschakeld |
2.318 |
160 |
500 |
2.978 |
1.015 |
-1.963 |
rijen-
of hoekwoning |
6.078 |
1.537 |
5.060 |
12.675 |
10.122 |
-2.553 |
flat
met lift |
2.680 |
1.610 |
1.325 |
5.615 |
3.020 |
-2.595 |
flat
zonder lift |
410 |
1.003 |
915 |
2.328 |
3.550 |
1.222 |
onzelfstandige
woning |
20 |
95 |
85 |
200 |
185 |
-15 |
Naar
woninggrootte: |
|
|
|
|
|
|
een
of twee kamers |
643 |
1.248 |
415 |
2.306 |
1.585 |
-721 |
drie
kamers |
2.968 |
2.220 |
2.160 |
7.348 |
5.308 |
-2.040 |
vier
kamers |
5.163 |
770 |
3.235 |
9.168 |
6.715 |
-2.453 |
vijf
kamers of meer |
4.725 |
345 |
2.490 |
7.560 |
5.142 |
-2.418 |
Naar
eigendom: |
|
|
|
|
. |
|
huurwoning |
6.262 |
3.047 |
3.235 |
12.544 |
9.713 |
-2.831 |
koopwoning |
7.238 |
1.537 |
5.065 |
13.840 |
9.037 |
-4.803 |
Naar
huurprijsklasse: |
|
|
|
|
|
|
tot
€ 339 |
885 |
1.155 |
195 |
2.235 |
1.033 |
-1.202 |
€
339 - € 485 |
2.812 |
1.402 |
1.520 |
5.734 |
4.632 |
-1.102 |
€
486 - € 520 |
1.695 |
457 |
420 |
2.572 |
1.172 |
-1.400 |
€
521 - € 615 |
577 |
33 |
520 |
1.130 |
1.915 |
785 |
Meer
dan € 615 |
293 |
0 |
580 |
873 |
962 |
89 |
Naar
koopprijsklasse: |
|
|
|
|
|
|
tot € 150.000 |
725 |
742 |
405 |
1.872 |
943 |
-929 |
€
150 - € 200.000 |
2.920 |
577 |
2.630 |
6.127 |
4.483 |
-1.644 |
€
200 - € 250.000 |
1.710 |
97 |
1.065 |
2.872 |
1.808 |
-1.064 |
€
250 - € 300.000 |
752 |
97 |
355 |
1.204 |
682 |
-522 |
€
300 - € 400.000 |
640 |
25 |
255 |
920 |
550 |
-370 |
€
400 - € 500.000 |
308 |
0 |
205 |
513 |
237 |
-276 |
€
500.000 en meer |
183 |
0 |
150 |
333 |
333 |
0 |
Naar
stadsdeel: |
|
|
|
|
|
|
Almere
Haven |
1.118 |
373 |
735 |
2.226 |
2.452 |
226 |
Almere
Buiten |
2.898 |
1.058 |
2.780 |
6.736 |
5.542 |
-1.194 |
Almere
Stad |
6.812 |
2.725 |
4.650 |
14.187 |
10.647 |
-3.540 |
Almere
overig |
2.672 |
427 |
135 |
3.234 |
110 |
-3.124 |
|
|
|
|
|
|
|
Almere: |
13.500 |
4.583 |
8.300 |
26.383 |
18.751 |
-7.632 |
De
grootste spanning wordt verwacht in Almere Buiten. In Almere Poort is de vraag
ook duidelijk groter dan het aanbod dat hier beschikbaar komt. Dit hangt
natuurlijk samen met het feit dat hier nog nauwelijks woningen zijn
gerealiseerd, maar wel sprake is van een grote vraag naar woningen. Alleen in
Almere Haven is de woningmarkt duidelijk meer ontspannen. De vraag naar woningen
in dit stadsdeel is duidelijk kleiner dan het aanbod, dat via doorstroming
beschikbaar komt. Op wijkniveau geldt dit ook voor wijken als de Stedenwijk, De
Hoven, Muziekwijk Noord, de Bouwmeesterbuurt en de Kruidenwijk.
Relatie
met het bestaande nieuwbouwprogramma
Korte
termijn
In het nieuwbouwprogramma van de gemeente Almere wordt uitgegaan van 70% koop en 30% huur. Het aandeel koopwoningen in het bouwprogramma is groter dan het tekort dat in dit segment wordt verwacht. De wachtlijst voor huurwoningen zal hierdoor oplopen.
De verdeling binnen het nieuwbouwprogramma naar eengezins- (71%) en meergezins-woningen (29%) sluit volledig aan bij de vastgestelde tekorten en overschotten.
Naar prijsniveau is het bouwprogramma van de gemeente sterker gericht op het duurdere segment dan de te verwachten tekorten voor de komende twee jaar. De afzetbaarheid van duurdere woningen kan hierdoor een probleem gaan vormen. Het aandeel goedkope woningen stemt vrijwel overeen met het tekort.
Voor de
korte termijn is dan ook het advies om minder duurdere koopwoningen te
realiseren en meer middeldure huur- en koopwoningen.
Naast
nieuwbouw is ook herstructurering een middel om het aanbod beter te laten
aansluiten op de vraag. Wijken waar de spanning op de woningmarkt laag is en/of
waar de waardering voor de woningen en de woningvoorraad laag is komen het meest
in aanmerking voor herstructurering. De Bouwmeesterbuurt is een buurt waar deze
aspecten het meest op van toepassing zijn. Ook De Hoven, de Staatsliedenwijk en
De Molenbuurt komen hiervoor in aanmerking.
Langere
termijn
De
nieuwbouw heeft zowel direct als indirect invloed op het woningaanbod, door de verhuisketens
die als gevolg van nieuwbouw op gang komen. Hoe langer de verhuisketen is, hoe
meer woningen er (extra) vrijkomen op de markt. Op deze manier stuurt de
nieuwbouw ook indirect het woningaanbod in zowel kwantitatieve als kwalitatieve
zin. Op basis van het verhuisgedrag van de afgelopen jaren is berekend hoeveel
en welke woningtypen door doorstroming beschikbaar komen in de bestaande
woningvoorraad.
Op basis van de berekeningen kan worden ingeschat dat het bouwen van 100 woningen afhankelijk van het woningtype dat wordt gerealiseerd tussen 40 (bij de bouw van dure eengezins huurwoningen, goedkope meergezins huurwoningen, goedkope eengezins koopwoningen) en 110 (bij de bouw van dure eengezins koopwoningen) extra woningen oplevert in de bestaande woningvoorraad. Door het bouwen van dure eengezins-koopwoningen komen vooral middeldure eengezins koopwoningen beschikbaar in de bestaande woningvoorraad.
Een verhuisketen wordt afgebroken als een starter of vestiger intrek neemt in een woning.
De verhuisketenlengte van dure eengezins koopwoningen is het langst in Almere, omdat hierin vooral doorstromers zijn gaan wonen. In dure eengezins huurwoningen zijn vaker vestigers gaan wonen en in goedkope meergezins huurwoningen vooral starters naast vestigers. De ketenlengte van goedkope eengezins koopwoningen is vooral kort vanwege het beroep dat vestigers doen op dit marktsegment.
Verhuisketenlengte
naar woningtype
gdk eg huur |
md eg huur |
du eg huur |
gdk mg huur |
md mg huur |
du mg huur |
gdk eg koop |
md eg koop |
du eg koop |
mg koop |
keten- lengte |
|
gdk
eg huur |
1,2 |
0,0 |
0,0 |
0,2 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,1 |
0,1 |
0,0 |
1,7 |
md
eg huur |
0,1 |
1,1 |
0,0 |
0,2 |
0,1 |
0,0 |
0,0 |
0,1 |
0,0 |
0,0 |
1,7 |
du
eg huur |
0,0 |
0,0 |
1,0 |
0,0 |
0,1 |
0,0 |
0,0 |
0,1 |
0,1 |
0,0 |
1,4 |
gdk
mg huur |
0,0 |
0,1 |
0,0 |
1,1 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,1 |
0,0 |
0,0 |
1,4 |
md
mg huur |
0,0 |
0,1 |
0,0 |
0,1 |
1,1 |
0,0 |
0,0 |
0,1 |
0,0 |
0,0 |
1,5 |
du
mg huur |
0,1 |
0,0 |
0,0 |
0,1 |
0,1 |
1,0 |
0,0 |
0,3 |
0,0 |
0,0 |
1,7 |
gdk
eg koop |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,1 |
0,2 |
0,0 |
1,1 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
1,4 |
md
eg koop |
0,0 |
0,1 |
0,0 |
0,1 |
0,1 |
0,0 |
0,0 |
1,2 |
0,0 |
0,0 |
1,5 |
du
eg koop |
0,0 |
0,1 |
0,0 |
0,1 |
0,1 |
0,0 |
0,0 |
0,6 |
1,2 |
0,0 |
2,1 |
mg
koop |
0,0 |
0,0 |
0,1 |
0,1 |
0,1 |
0,0 |
0,0 |
0,3 |
0,1 |
1,1 |
1,7 |
*
gdk=goedkoop, md=middelduur, du=duur, eg=eengezins, mg=meergezins / *
Huur goedkoop: tot € 486, middelduur: € 486,- tot € 615,-, duur > €
615,- / * Koop goedkoop: tot € 150.000,-, middelduur: € 150 - € 250.000,-,
duur > € 250.000,-.
Het huidige woningbouwprogramma van de gemeente gaat uit van 28.000 nieuwbouw-woningen tot 2020[1], waarvan 70% koop en 30% huur, 71% eengezins en 29% meergezins en 30% goedkoop, 40% middelduur en 30% duur. Rekening houdend met de woningen, die in de bestaande woningvoorraad beschikbaar komen door doorstroming, leidt dit tot een uiteindelijk aanbod van ruim 50.000 woningen.
Woningaanbod
door nieuwbouw en doorstroming[2]
gdk eg huur |
md eg huur |
du eg huur |
gdk mg huur |
Md mg huur |
du mg huur |
gdk eg koop |
md eg koop |
du eg koop |
mg koop |
totaal |
|
Bouwprogramma
(circa) |
4.232 |
846 |
846 |
1.411 |
846 |
282 |
2.821 |
6.489 |
4.796 |
5.643 |
28.214 |
procentuele
verdeling |
15,0 |
3,0 |
3,0 |
5,0 |
3,0 |
1,0 |
10,0 |
23,0 |
17,0 |
20,0 |
100 |
totale
aantal woningen dat
beschikbaar komt (circa) |
6.465 |
1.317 |
1.061 |
2.944 |
1509 |
314 |
3.361 |
19.440 |
7.493 |
6.373 |
50.276 |
procentuele
verdeling |
12,9 |
3,5 |
2,1 |
5,9 |
2,0 |
0,6 |
6,7 |
38,7 |
14,9 |
12,7 |
100 |
totale
verhuisketenlengte |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1,78 |
*
gdk=goedkoop, md=middelduur, du=duur, eg=eengezins, mg=meergezins / *
Huur goedkoop: tot € 486, middelduur: € 486,- tot € 615,-, duur > €
615,- / * Koop goedkoop: tot € 150.000,-, middelduur: € 150 - € 250.000,-,
duur > € 250.000,-.
Uit
deze tabel kan worden afgeleid dat het bouwen van ruim 28.000 woningen volgens
het bouwprogramma van de gemeente leidt tot het beschikbaar komen van in totaal
ruim 50.000 woningen. Door doorstroming komen ruim 22.000 woningen in de
bestaande woningvoorraad beschikbaar. Van de nieuwbouw bestaat 70% uit
koopwoningen en 30% uit huurwoningen. De woningen die in de bestaande
woningvoorraad beschikbaar komen behoren voor 77% tot de koopsector. Er komen
vooral middeldure eengezins koopwoningen in de voorraad beschikbaar (twee keer
zoveel als er woningen worden gebouwd van dit woningtype). Dit is vooral toe te
schrijven aan de doorstroming van middeldure naar dure koopwoningen. Ook
goedkope meergezins huurwoningen komen in verhouding vaak beschikbaar in de
bestaande woningvoorraad (6,9% in de bestaande woningvoorraad tegenover 5% in de
nieuwbouw). Dit komt doordat het bouwen van alle woningtypen leidt tot het
aantrekken van bewoners uit de goedkope meergezinshuursector, met name het
bouwen van goedkope en middeldure eengezins huurwoningen.
Wanneer
vervolgens de verdeling van het totaal aantal beschikbaar komende woningen wordt
gelegd naast de verdeling van de vastgestelde vraag (voor Almeerders is deze
gebaseerd op de verhuiswensen en voor vestigers is deze ingeschat op basis van
het vestigingspatroon van de afgelopen 4 jaar), dan blijkt dat er op basis van
het nieuwbouwprogramma van de gemeente Almere meer koopwoningen beschikbaar
komen dan dat op basis van de vraag nodig zou zijn. Het betreft hierbij vooral
middeldure koopwoningen. In de huursector is juist sprake van een tekort, met
name aan goedkope maar ook aan middeldure huurwoningen.
Andere
varianten
Naast
de basisvariant zijn de volgende varianten doorgerekend om inzicht te krijgen in
het effect op de aantallen en typen woningen die beschikbaar komen:
1.
meer accent op het bouwen
van meergezinswoningen (40% in plaats van 30%)
2.
meer accent op
eengezinswoningen (80% in plaats van 70%)
3.
meer accent op sociale
huur- en sociale koopwoningen (40% in plaats van 30%);
4.
meer accent op het bouwen
van dure woningen (50% in plaats van 30%).
Effecten
van nieuwbouw op de vraag-aanbodverhouding
|
vraag |
basis-scenario |
meer meer-gezins |
meer een-gezins |
meer
goedkoop |
meer duur |
Meergezinswoningen |
30,9 |
22,2 |
31,9 |
14,6 |
22,9 |
22,2 |
Eengezinswoningen |
69,1 |
77,8 |
68,1 |
85,4 |
77,1 |
77,8 |
Huurwoningen |
47,5 |
27,1 |
29,2 |
25,6 |
28,2 |
27,0 |
Koopwoningen |
52,5 |
72,9 |
70,8 |
74,4 |
71,8 |
73,0 |
Goedkope
huurwoningen |
30,2 |
18,7 |
20,2 |
17,6 |
25,7 |
13,9 |
Middeldure
huurwoningen |
14 |
5,6 |
6,9 |
5,3 |
1,5 |
5,9 |
Dure
huurwoningen |
3,3 |
2,7 |
2,1 |
2,7 |
1,0 |
7,2 |
Goedkope
koopwoningen |
7,1 |
9,2 |
10,2 |
8,8 |
12,2 |
6,9 |
Middeldure
koopwoningen |
34,1 |
44,5 |
41,6 |
46,5 |
41,3 |
33,3 |
Dure
koopwoningen |
11,3 |
19,2 |
19,0 |
19,1 |
18,4 |
32,8 |
·
Goedkope huur: tot € 486, middeldure huur: €
486,- tot € 615,-, dure huur € 615,- en meer
·
Goedkope koop: tot € 150.000,-, middeldure koop:
€ 150 - € 250.000,-, dure koop € 250.000,- en meer
In
rood staat aangegeven waar een tekort wordt verwacht en in groen waar een
overschot wordt verwacht.
Het
bouwen van 40% meergezinswoningen in plaats van 30% leidt ertoe dat het aanbod
dat in dit segment beschikbaar komt voldoende is om aan de vraag te voldoen.
Wanneer
het accent sterker wordt gelegd op eengezinswoningen dan neemt het overschot dat
in dit segment al aanwezig was verder toe, terwijl het tekort aan
meergezinswoningen verder oploopt. Dit scenario leidt dan ook niet tot een
verdere verbetering ten opzichte van het basisscenario.
Het
bouwen van meer goedkope woningen heeft vooral een gunstig effect op het aantal
goedkope huurwoningen dat beschikbaar komt. In de koopsector neemt het aanwezige
overschot aan goedkope koopwoningen dan verder toe. Het aanbod aan middeldure en
dure huurwoningen neemt echter af waardoor de aanwezige tekorten die al in het
basisscenario waren vastgesteld, verder oplopen.
Het
bouwen van meer dure woningen leidt met name tot een verder oplopend tekort aan
goedkope huurwoningen. Het geringe tekort aan dure huurwoningen wordt hierdoor
weggewerkt, maar het overschot aan dure koopwoningen neemt enorm toe.
Uit
de doorrekening van de verschillende varianten, kan worden geconcludeerd, dat om
het nieuwbouwprogramma meer te laten aansluiten op de vraag er:
·
meer meergezinswoningen
beschikbaar moeten komen en minder eengezinswoningen;
·
beduidend meer
huurwoningen beschikbaar moeten komen en minder koopwoningen;
·
meer goedkope
huurwoningen beschikbaar moeten komen en minder goedkope koopwoningen;
·
er meer middeldure
huurwoningen beschikbaar moeten komen en minder middeldure koopwoningen;
·
er minder dure
koopwoningen beschikbaar moeten komen.
Hierop
aansluitend zou een alternatief nieuwbouwprogramma kunnen worden samengesteld
dat beter aansluit op de vastgestelde vraag.
Alternatief nieuwbouwprogramma
gdk eg huur |
md eg huur |
du eg hu |
gdk mg huur |
md mg huur |
du mg huur |
gdk eg koop |
md eg koop |
du eg koop |
mg koop |
totaal |
|
Bouwprogramma
gemeente % |
15,0 |
3,0 |
3,0 |
5,0 |
3,0 |
1,0 |
10,0 |
23,0 |
17,0 |
20,0 |
100 |
Aangepast
bouwprogramma % |
20,2 |
8,6 |
1,8 |
10,7 |
6,3 |
3,2 |
7,4 |
17,2 |
9,6 |
15,0 |
100 |
%
resultaat |
17,5 |
7,6 |
1,3 |
12,7 |
6,4 |
2,0 |
5,0 |
29,3 |
8,5 |
9,6 |
100 |
·
Goedkope huur: tot € 486, middeldure huur: €
486,- tot € 615,-, dure huur € 615,- en meer
·
Goedkope koop: tot € 150.000,-, middeldure koop:
€ 150 - € 250.000,-, dure koop € 250.000,- en meer
Dit
betekent dat, vergeleken met het bouwprogramma van de gemeente Almere:
·
beduidend minder nadruk
ligt op de koopsector (50% in plaats van 70%) en meer op de huursector (50% in
plaats van 30%);
·
er iets meer
meergezinswoningen worden gerealiseerd (35% in plaats van 29%) en iets minder
eengezinswoningen worden gebouwd (65% in plaats van 71%);
·
het aandeel goedkope (37%
in plaats van 30%) en middeldure woningen (50% in plaats van 40%) toeneemt en
het aandeel dure woningen vrijwel halveert (nog geen 20% in plaats van 30%);
·
het aandeel goedkope (30%
in plaats van 20%) en middeldure huurwoningen (15% in plaats van 6%) toeneemt en
het aandeel goedkope koop (10% in plaats van 14%)
en middeldure koopwoningen (25% in plaats van 32%) afneemt;
·
het aandeel dure huur
vrijwel gelijk blijft (5% in plaats van 6%)
·
het aandeel dure
koopwoningen afneemt (14% in plaats van 27%).
Uitgaande
van de wensen van de bewoners sluit het bovenstaande bouwprogramma voor de
meeste woningtypen relatief goed aan op de vastgestelde vraag.
Belangrijkste
conclusies bij de nieuwbouw
Vergeleken
met het nieuwbouwprogramma van de gemeente is met name een verschuiving nodig
van de koop- naar de huursector. De nieuwbouw zou meer evenwichtig verdeeld
moeten worden over de huur- en de koopsector in plaats van een sterke nadruk op
de koopsector zoals de gemeente voorstelt.
Ruim
een derde van de nieuwbouw zou als meergezinswoning moeten worden gerealiseerd.
Dit aandeel is iets hoger dan het aandeel waar de gemeente in haar
oorspronkelijke nieuwbouwprogramma vanuit gaat (29%).
Naar
prijscategorie zou 40% in het goedkope, 40% in het middeldure en 20% in het dure
segment moeten worden gebouwd. Vergeleken met de plannen van de gemeente
betekent dit dat er vooral meer goedkope en minder dure woningen zouden moeten
worden bijgebouwd.
Daarnaast
moeten bij de nieuwbouw de volgende overwegingen in ogenschouw worden genomen.
Zo is bij de bouw van meergezinswoningen de aanwezigheid van een lift
noodzakelijk vanwege de aankomende vergrijzing. Daarnaast moet bij de
nieuwbouwprogrammering de economische situatie goed in de gaten worden gehouden.
De inkomenssituatie van huishoudens is namelijk allesbepalend voor de woonwensen
die mensen hebben. In tijden van economische opleving zijn bewoners meer gericht
op de koopsector en meer op duurdere woningen. Naast de eigen nieuwbouw
is het ook van belang rekening te houden met nieuwbouwontwikkelingen in de
regio. De concurrentiepositie wordt vooral bepaald door de
prijs-kwaliteitverhouding. Daarnaast speelt in dit kader de bereikbaarheid van
Almere, die vanwege een verdubbeling van de A6 en de verbeteringen van de A1
sterk wordt verbeterd, een belangrijke rol. Om te voorkomen dat huishoudens
Almere verlaten zal vooral ‘ruim wonen’ een goede kans moeten krijgen. De
prijs-kwaliteitverhouding speelt ook hierbij een belangrijke rol.
Gehanteerde
begrippen:
Groepen bewoners / woningzoekenden
· Starters op de woningmarkt: inwonende kinderen van 18 jaar of ouder die op zoek zijn naar een woning.
· Doorstromers: bewoners die binnen Almere zijn verhuisd of willen verhuizen.
· Vestigers: bewoners die van buiten Almere in Almere (zijn) komen wonen.
· Vertrekkers: bewoners die vanuit Almere willen verhuizen naar buiten Almere.
·
Doelgroep van beleid: huishoudens met een inkomen beneden de
huurtoeslaggrens. Voor eenpersoonshuishoudens tot 65 jaar ligt de grens op €
20.000,- per jaar (bruto belastbaar inkomen), voor meerpersoonshuishoudens tot
65 jaar op € 27.175,-. Voor éénpersoons huishoudens van 65 jaar en ouder ligt de grens op
€ 17.950,- voor meerpersoonshuishoudens van 65 jaar en ouder op € 23.825. In
het onderzoek worden alle huishoudens met een netto maandinkomen tot € 1.200,-
gerekend tot de doelgroep van beleid.
Woningen naar prijsklasse:
· Goedkope huur: netto huurprijs tot € 486,- per maand.
· Middeldure huur: netto huurprijs van € 486,- tot € 615,- per maand.
· Dure huur: netto huurprijs meer dan € 615,- per maand.
· Goedkope koop: verkoopwaarde tot € 150.000,-.
· Middeldure koop: verkoopwaarde tussen € 150.000,- en € 250.000,-.
·
Dure koop: verkoopwaarde meer dan € 250.000,-.
Verhuisgeneigden:
· Verhuisgeneigden: huishoudens die binnen twee jaar beslist of misschien willen verhuizen of inmiddels andere woonruimte hebben gevonden, maar nog niet zijn verhuisd.
· Serieuze verhuisgeneigden: huishoudens die beslist willen verhuizen of al andere woonruimte hebben gevonden, en de huishoudens die misschien willen verhuizen en al weten wanneer ze willen verhuizen.
·
Minder serieuze verhuisgeneigden: huishoudens die misschien
willen verhuizen, maar nog niet weten wanneer.
Woonmilieus:
·
Grootstedelijk: centrum van een
grote stad met veel winkels, uitgaansgelegenheden, bedrijven en kantoren
·
Wonen-winkels: appartement dichtbij
(winkel)centrum in de wijk
·
Wonen-werken: appartement of woning
in een omgeving met veel bedrijvigheid
·
Gevarieerd: historisch gevarieerde
laagbouw in of bij het centrum van de stad of dorp
·
Rustig stedelijk: een omgeving waar
vooral gewoond wordt, nabij het centrum
·
Woonwijk: eengezinswoning in een
wijk waar vooral wordt gewoond
·
Landelijk: wonen in het landelijk
gebied met weinig woningen
·
Ruim wonen: woning met een ruime
kavel en veel ruimte tussen de woningen
· Recreatief wonen: met veel ruimte tussen recreatieve voorzieningen als golfbaan, water of bos.
[1]
De 3.700 woningen die voor Almere Pampus zijn gepland zijn hierin niet
meegenomen omdat voor dit stadsdeel nog geen programmering is opgesteld.
[2] De aantallen in de tabellen zijn afgeleid van de procentuele
verdeling van de aantallen te bouwen woningen door de gemeente. De exacte
aantallen moeten echter niet als sturend worden gezien.